declandejong.reismee.nl

Brisbane tot Perth

Na 7 weken te hebben gewerkt werd het tijd om afscheid te nemen. Op een zondag ochtend verliet ik de boerderij en reed ik richting Brisbane om Patrick op te halen. Een rit dat makkelijk in een dag te rijden is, aangezien Pat de zondag nog moest werken, deed ik het in 2 dagen.

Ik stopte bij Bald Rock National Park om een rots te beklimmen. Bald Rock is het zelfde idee als Ayers Rock alleen in NSW en een stukje kleiner, alsnog een enorm mooi uitzicht. Er waren 2 manieren om de rots te beklimmen, een wat mindere steilere route langs de achterkant, of de steilere route rechtstreeks omhoog, uiteraard ging ik voor de steile route. Eenmaal boven de bomen was het uitzicht prachtig, uitzicht over bergen en bos gespreid over Queensland en NSW, enorm indrukwekkend. Tot mijn grote verbazing was ik de enige op de grote rots, niemand anders in de wijde omgeving. Geadverteerd stond er een camping, stelde niets voor, een gat in de grond voor de behoeftes en water dat niet geschikt was om te drinken. Ook hier was ik de enige, geen receptie om te betalen, helemaal niks. Goedhartig was ik bereid om hiervoor 5 dollar in de brievenbus te doen, maar helaas niet gepast, 50 dollar is wat overdreven, helaas kaas.

De volgende morgen reed ik het laatste stuk naar Brisbane, eenmaal herenigd met Patrick reden we verder richting het zuiden. Eerste halte was Surfers Paradise, leuk bruisend stadje met een prachtig strand. De dag erna hadden we het wel gezien en gingen we verder. Ik had Pat verteld over het mooie Nimbin en hij wilde graag ook gaan, geen enkel probleem. Het waren 2 heerlijke dagen, veel hetzelfde als de vorige trip, dus ga ik niet nog een keer vertellen.

Onderweg naar Port Macquarie stopte we in Byron Bay, volgens veel mensen een geweldige plek, enorm toeristisch en veels te duur. Mooi strand, maar aangezien we genoeg van dit soort stranden gezien hadden, bleven we niet langer dan paar uur. Het plan was om in Port Macquarie te gaan diepzee vissen. De enige beschikbare tour ging vanuit North Haven, een klein stadje niet al te ver rijden en vertrok pas over een paar dagen. Dus een dagje In Port Macquarie gebleven en de volgende dag naar North Haven, een prachtig klein dorpje. Op de vroege morgen vertrok het kleine bootje de haven, samen met 5 ervaren vissers en 2 crew vaarde we een stukje naar de open zee. Mooi contrast, 2 amateurs die voor de eerste keer vissen en niet bepaald voorbereid, en 5 ervaren vissers met eigen materiaal en op alles voorbereid. Er werden paar behoorlijke vissen uit de zee gehaald maar voornamelijk wat kleinere, groot genoeg om legaal mee naar huis te nemen. Het was een leuke interessante ochtend. Voor het avondeten, heerlijke verse vis!

Vanuit North Haven zijn we vrijwel direct naar Sydney door gereden, eind van de middag reden we de drukke stad binnen. Uiteraard hadden we van te voren geen camping geboekt, dus door de drukke stad opzoek naar een plek. De volgende ochtend gingen we met de trein naar de binnenstad. Sydney is een grote dure drukke stad met enorm veel winkels, toeristen en hoge betonnen gebouwen. Die middag zijn we naar het Opera House en de Harbour Bridge gegaan, plekken waar iedereen naartoe gaat. Aangezien we van zover gekomen zijn en dan eindelijk in Sydney zijn trakteerde we onszelf op lunch met bier op het plein waar het Opera House staat. De volgende dag kwamen we weer terug naar de binnenstad om langs winkels te struinen en naar een park te gaan. Ondanks de drukte en de hoge prijzen toch een leuke paar dagen.

Relatief dichtbij Sydney ligt de ‘Blue Mountains National Park’, een prachtig gebied met als toeristisch hoogtepunt ‘The Three Sisters’. Ergens diep in een dal bevind zich een gratis camping met alleen een riviertje voor water en een gat in de grond met een wc pot erop. Alle gratis dingen zijn mooi meegenomen dus hier zijn we zo een 5 nachten gebleven, heerlijk in de natuur. Totaal hebben we 3 mooie tochten door het park gelopen, met waanzinnig mooi uitzicht over de bergen en bossen. De laatste tocht ging langs de ‘Three Sisters’, een lange steile trap omlaag diep het dal in en vervolgens een groot stuk door de bossen heen. De ‘Three Sisters’ is mooi, persoonlijk vind ik het veels te toeristisch en over gewaardeerd, grote tourbussen vol Aziaten met camera’s, de vele andere uitzichten zijn veel spectaculairder.

Het leek ons verstandig om de wagen een onderhoudsbeurt te geven, aangezien we tussen 2 grote steden in zaten, deden we het in het midden waar alles een stuk goedkoper is. We stopten in een stadje genaamd ‘Wagga Wagga’. De volgende dag stond ze in de garage. We hadden de hele dag om langs de winkels te zwerven, aangezien we toch moesten wachten besloot Patrick om eindelijk zijn tatoeage te laten zetten, zo gezegd zo gedaan, anderhalf uur later lag Pat in de stoel. Een klein uur later zat de hondenpoot erop en konden we terug naar de garage. Het zat eindelijk eens mee met de wagen, er hoefden niet veel te gebeuren, dus de kosten vielen mee. We reden niet al te ver om een slaapplek te zoeken, we stopten op een parkeerplek in een klein gehucht ‘Henty’. Niet veel later ontmoette we hier een vreemde maar aardige wat oudere Canadese fietser. Na het eten wilden we naar een pub gaan, de Canadees trakteerde. Heel het dorp was uitgestorven, niemand op straat, geen auto’s langs de weg net een spookdorp.

De volgende halte was het geweldige bruisende Melbourne. Hier zijn we een paar dagen gebleven. Bijna het eerste wat we tegen kwamen was ‘Victoria Market’, een enorm grote markt met overal eten, echt overal. Eindeloze kraampjes met verse vis, vlees, groente, fruit en noem maar op. Hier hebben we dus aardig wat tijd door gebracht. Melbourne is een enorm sfeervolle gezellige stad met veel winkels, restaurants, pubs en veel leuke straatartiesten. In kleine krappe steegjes waarvan je verwacht dat er niks is kunnen allerlei soorten restaurants en barretjes zitten, heeft wel wat leuks. Zo ook steegjes met graffiti kunstwerken, best indrukwekkend. Zo hebben we alle dagen wel in de stad doorgebracht.

Op een maandag ochtend vlogen we van Melbourne naar Hobart in Tasmanie. Ter plekke besloten we dat het handiger zou zijn om een auto te huren, het zou veels te duur zijn om de wagen met de boot mee te nemen. We bleven precies een week op dit eiland, een eiland dat groter is dan heel Nederland. We huurden de goedkoopst mogelijke auto, dat bleek een klein race autootje te zijn. Laag bij de grond, trekt snel op en gaat strak door de bergachtige bochten. Heerlijk om weer in een lichte auto te rijden in plaats van een zware campervan, aftrappen dus! Eerst reden we naar Mount Field National Park, een prachtig natuurgebied in de westerse wildernis. Hier hebben we paar uur gelopen langs prachtige watervallen en door bossen, omringd door fotograferende Aziaten (niks mis mee hoor). We hadden mee plezier in het rondcrossen in de huurauto dan buiten in de kou rond te lopen, dus dat deden we dan ook. We reden helemaal door tot diep in de Franklin Gordon NP, een ruig en prachtig stuk wildernis. Aan het eind van de lange doodlopende weg is een klein dorpje met hotel, helaas te duur, dus reden we helemaal terug naar de bewoonde wereld.

De komende 2 dagen hebben we doorgebracht in ’Cradle Mountain NP’, de eerste dag hebben we aantal kleine routes door de bossen en langs prachtige watervallen gelopen. Op de weg naar de verschillende routes reed een tourbus achter ons, die dezelfde stops maakten als dat wij deden, dus we hebben ons uiterste best gedaan om niet achter de bus vol toeristen te eindigen op een krappe bergweg. Die avond sliepen we in een uitgestorven dorpje dat ‘Queenstown’ heet, het is een schande dat ze het zo noemen als je weet hoe het echte Queenstown in Nieuw Zeeland is. De 2e dag zijn we een stukje doorgereden naar ‘lake St Clair’ een meer aan de voet van Cradle Mountain. Dit is het toeristische gedeelte van het natuurgebied, grote parkeerplaats met auto’s en bussen en een veels te duur café. De weersvoorspelling zag er niet heel goed uit voor die dag. Maar ach, we zijn niet van suiker gemaakt, dus behoorlijk onvoorbereid gingen we toch de berg op. We hadden niet veel spullen meegenomen voor een weekje Tassie. We begonnen aan de tocht terwijl de zon doorbrak, optimistisch begonnen we aan de klim omhoog, het begon weer zachtjes te regenen. Van een klein beetje regen smelt je niet dus gingen we verder. Eenmaal op een punt waar het niet meer de moeite waard is om terug te gaan begon het te hozen. En koud dat het was. Stug doorlopen, uiteindelijk kwamen we bevroren en doorweekt aan bij het café, na een tegenvallende lauwe chocolademelk reden we verder.

In een recordtempo reden we Launcenston binnen, inmiddels al donker en nog geen slaapplek. Blijkbaar was er een motorrace event aan de gang en waren de meeste hotels en hostels volgeboekt. Gelukkig uiteindelijk toch nog een hostel gevonden.

De volgende dag reden we het laatste stukje naar de oostkust van Tassie. Het was weer een regenachtige dag dus niet heel veel bijzonders gedaan, maar de dag erna wel. Vlakbij vanwaar we verbleven ligt het prachtige Freycinet NP, hier hebben we een scenic flight gedaan in een klein propeller vliegtuigje. We vlogen over verschillende stranden waaronder het populaire ‘Wineglass Bay’. Ik vertelde dat ik thuis aan vliegtuigen werk, van het een kwam het ander en ik mocht een stuk vliegen, geweldig! Na mijn vliegsessie trok de piloot wat positieve en negatieve G krachten, het was een prachtige vlucht. Eenmaal weer aan de grond zijn we uitgebreid gaan lunchen bij een ‘Oyster farm’, eerste keer dat ik oesters heb gegeten, heerlijk. De lunch bestond uit oesters, zalm, gamba’s en heerlijke witte wijn, echt genieten. Vervolgens reden we verder het park in en zijn we naar ‘Wineglass Bay gelopen. Die avond verbleven we in een uitgestorven hostel in Swansea, best bizar.

Inmiddels is het zondag en moesten we terug naar Hobart om het racemonster terug te brengen, onderweg nog een liftster meegenomen. Nadat we de auto hadden terug gebracht liepen we terug naar het zelfde hostel als dat we de eerste nacht waren gebleven. We hadden enorm gezellige kamergenoten, een Duitser, Engelsman en een Amerikaan. Begin van de avond met zijn alle naar de bar in het hostel gegaan en daarna tot in de nacht kaart spelletjes gespeeld, enorm gezellige avond. De volgende dag vlogen we terug naar Melbourne.

Het volgende traject was de ‘Great Ocean Road’, een prachtige bergachtige kustroute van ongeveer 200 km, enorm populaire onder de reizigers en zelfs voor Australiërs. Over deze route hebben we 3 dagen gedaan. We kampeerden ergens op klein afstandje van de kust, hier ontmoetten we 3 andere Nederlanders, met zijn alle hebben we een nachtelijke wandelingen op een heuvel gedaan en vervolgens de rest van de avond gelachen en gedronken, geweldige avond. We stopten bij het spectaculaire ‘The Twelve Apostles’, een stuk of 7 hoge rotsen in de zee met een prachtig uitzicht. De andere 5 Apostles zijn in de zee gestort. Het is een prachtige route meer is er niet over te zeggen eigenlijk.

De kustroute naar Adelaide is de ‘Limestone Coast’, een behoorlijke mooie kust. Onderweg zijn gestopt om een naar de ‘Tantanoola Caves’ te gaan. Het is wel een bezoekje waard, een prachtige limestone grot.

Uiteindelijk kwamen we aan in de volgende grote stad: Adelaide. Dit was in het Paasweekend. Adelaide is op zich wel een leuke stad met sfeer maar niet erg interessant, behalve het ‘National Wine Centre. De naam zegt het al; enorm veel wijn. Dit is een aardig groot gebouw waar ze enorm veel soorten Australische wijn opgeslagen hebben, met een interactieve tentoonstelling over het proces. Best interessant. Aan het einde van de tentoonstelling was er een proeverij, heerlijk!

Na een Paasontbijt in een cafeetje, zijn we begonnen aan een lang traject langs de Zuidkust. Een route van 2700km van Adelaide naar Perth, deze route heet de ‘Nullarbor Plain’ vanuit het Aboriginals vertaald: boomloze vlakte. Een lange weg ver weg van de beschaving, onderweg vind je er voornamelijk ‘Roadhouses’ met brandstof, klein beetje eten en meestal accommodatie. Het is hier niet gek als de volgende roadhouse over 200 km is, dus overal voltanken. Alles wordt alsmaar duurder op deze indrukwekkende route. De route gaat eindeloos rechtdoor met af en toe een flauwe bocht en veel 57 meter lange roadtrains die je inhalen. De grote lege dorre vlakte heeft wel wat indrukwekkends. Op deze route is ook de langste golfbaan ter wereld, de ‘Nullarbor Links’, 18 holes verspreid over ongeveer 1374 km. Dit is een goede manier om wat meer tijd te nemen voor zo een lange route. In Ceduna kochten we een scorekaart, 2 clubs en zooitje ballen van een 2e handswinkel en speelden we de eerste 2 holes. Lachen, gieren en brullen dat het was. Dit is het niet het type golfbaan dat je er bij voorstelt, geen mooie groene goed onderhouden banen, alleen een gat in de grond met een vlag omhoog en een platform om af te slaan. De banen varieerde best wel, sommige hebben enorm veel struiken waar je meer ballen kwijtraakt dan afmaakt, sommige hadden wel wat bomen, andere helemaal niks alleen dorre open vlakte, en op de meeste banen is er wel wildlife om je ballen te stelen. Een behoorlijk avontuurlijke golfbaan. Over deze route hebben we 2,5 weken gedaan, erg rustig aan. Voor een paar nachten hadden we last van muizen, ergens in de avond hadden we blijkbaar de wagen naast een muizennest geparkeerd. Niet fijn als die beesten ’s nachts over je hoofd kruipen en het eten aanvallen. Dus paar nachten bezig geweest, met geïmproviseerde muizenvallen, om ze weg te krijgen. Onderweg zijn we vaak gestopt om wat rond te kijken. Uiteindelijk kwamen we aan in Kalgoorlie, de bewoonde wereld, hier hebben we de laatste 2 holes op een echte golfbaan gespeeld, achteraf kregen we een certificaat dat we de Nullarbor Links hadden voltooid. Vanaf Kalgoorlie is het nog maar ongeveer 550km naar Perth, niet zo heel ver meer.

Na een lange rit arriveerden we dan eindelijk in het bruisende Perth, het plan was om hier weer te gaan werken. Patrick wilden weer naar een restaurant en ik wilden naar een boerderij met dieren. De ‘job hunting’ was weer begonnen. Op mijn 2e dag in Perth had ik al boerderij gevonden, eentje met schapen, emu’s, slangen, spinnen en een overvloed aan kangaroo’s .

Maar dat voor de volgende keer!

Reacties

Reacties

Roy

Thanks for the update mate.....

maria

Mooie verhaal weer. Enjoy the rest of your Aussie adventure.

Paula de Jong

Leuk Declan. Krijg echt zin om te reizen als ik je verhalen lees. Veel plezier nog en tot ziens.

Fiona

Hey lief broertje,
Wat leuk om je verhalen te lezen. En zoals ik het zo lees gaat het nog steeds goed met je:)
Geniet van je laatste paar maanden.
Ik mis je wel hoor!
Enjoy. Xx

Deirdre de Jong

Another great story, Declan! xx

Hans

Geweldig verhaal weer. Keep them comin'.
Geniet van de rest en ben benieuwd naar het vervolg.

José

Wat een avonturen weer! Geweldig. Ben stiekem best een beetje jaloers hoor. Geniet van de laatste maanden.

Milan

Yo Dec!

Had een tijdje je blogs niet gelezen, maar ben nu weer bij. Gave verhalen man! Krijg hierdoor ook steeds meer zin in mn eigen reis ;)

Have fun de laatste maanden!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active